19-02-2018 - Wielrenblad, Nieuws, Leesvoer

De ‘Sloveense’ Alpen

Begin oktober reizen Kay en ik ongeveer 1200 kilometer af naar een jonge Republiek begrensd door Oostenrijk in het noorden, Italië en de Adriatische Zee in het westen, Kroatië in het zuiden en oosten en Hongarije in het noordoosten… Slovenië. De parel van het Oostblok. We gaan fietsen in de zogeheten Julische Alpen.

tekst & foto’s: Erik Ruigewaard

We suizen via de Karawanken-tunnel na een uur of twaalf rijden Slovenië binnen. Ongeveer 60 kilometer over de grens belanden we na wat padvinderswerk in het donker en midden in het bos, op de plek die het begin- en tevens eindpunt van deze ontdekkingsreis is: Begunje na Gorenjskem.

We nemen nog even kort de planning van komende dagen door en vallen vol verwachting en onder het genot van een klotsend riviertje heerlijk in slaap aan de voet van de Julische Alpen. Deze Alpen, vernoemd naar Julius Ceasar die er in de eerste eeuw voor Christus een provincie stichtte, lopen van Noord-Oost Italië naar Slovenië en hebben met de Triglav de hoogste piek van bijna 3000 meter.

We hebben vroeg in de morgen afgesproken met Klemen, ons contactpersoon, gids en vraagbaak. Klemen heeft na jaren werkzaam geweest te zijn in iets met computers en veel reizen, besloten lekker te gaan doen wat hij het liefst doet: genieten van het buiten zijn en mensen helpen dit ‘buiten’ te vinden. Klemen is ingeschakeld door Mijnslovenie.com om ons een beetje op weg te helpen de komende dagen. Hij brengt ons weg en haalt ons op en heeft goede tips voor mooie en uitdagende fietsroutes. Klemen fietst zelf niet mee. We zijn daarom slechts met z’n tweeën iets wat het gevoel dat we op ontdekkingsreis zijn wat sterker maakt.

We schudden handen op de parkeerplaats voor het kleine hotelletje, en bij daglicht zien we dat we echt midden in het bos zitten. We besluiten ergens koffie te gaan drinken en wat te babbelen. De keuken in ons hotel is nog dicht. We passeren de fabriek van de Sloveense trots Elan (groot fabrikant van ski’s, snowboards en boten). Klemen vertelt in het kort wat we deze week gaan doen en dat het weer tot dan niet best is geweest, maar dat de voorspellingen goed zijn.

Bekend van televisie

Omdat er zoveel te zien is en tijd een grote rol speelt, zullen we ons veel per auto verplaatsen. Het is niet de bedoeling dat we complete routes gaan fietsen, maar dat we gaan kennismaken met de schoonheid van Slovenië. De eerste indruk is oogverblindend. Het is alsof ze alle omringende landen, bergen en meertjes in een blender hebben gegooid en onze bestemming daaruit is voortgekomen. Deze week zullen we meerdere malen de Soča-vallei doorkruisen. We komen er snel achter dat de schoonheid van het gebied er ook voor zorgt dat de reclame- industrie een ‘claim’ legt op diverse plekjes. Er worden talloze commercials geschoten in de streek. Ook als wij er zijn is er een bekend automerk neergestreken en moeten we een stukje omfietsen om niet het beeld te vervuilen.

In de loop van de eerste dag maken we de eerste rit naar Bovec via de Mangart Pas. Het is koud, maar we genieten van een prachtig uitzicht en een onwerkelijk ogende bult van sneeuw, ijs en rotsen. Deze pas is het hoogste punt dat je op de racefiets kunt bereiken in Slovenië. Er is die nacht voor het eerst wat sneeuw gevallen.

Een steile klim van 22% doet de kou echter snel vergeten. Slingerend naar boven en weer naar beneden. Steile klimmen en snelle afdalingen.We merken op dat de wegen smal zijn, tenminste dat vinden wij. We sluiten de eerste dag af in Bovec.

Ook als je alleen wilt afdalen

Vanuit Bovec fietsen we op onze tweede dag naar Kobariski Stol. Je kunt hier overigens ook met de Hop-On Hop-Off-bus heen gebracht worden mocht je alleen maar een afdaling willen maken. De fiets mag namelijk mee. Maar dat doen wij niet. Een afdaling smaakt pas echt zoet als je zelf de klimpartij volbracht hebt. En klimmen kun je hier naar hartenlust. Dus verlaat je de vallei, zorg dan dat je conditie op peil is. Het gebied is prachtig en nog rauw. Helaas schuiven op deze dag donkere wolken voor de zon. Regenjasjes worden aangetrokken en het wordt een dagje zonder fraaie plaatjes. De afdaling wordt zelfs wat angstig door plotseling opkomende hagelbuien. We waren gewaarschuwd: het weer kan zomaar omslaan. We verblijven in een pension en zoals eigenlijk elke dag deze week is het eten meer dan dik, zeg maar moddervet, in orde. We keuvelen tijdens het eten nog wat na en Klemen vertelt ons dat hij bekend is met Nederland en het gebrek aan echte hoogtemeters. We praten over dijken, molens en dat wij Nederlanders zo ontzettend goed zijn in het beheersen van water.

Fris en fruitig staan we de volgende dag op. Het is zonnig. We checken uit en ontvangen zoals elke dag de lunchpakketjes. Klemen stuurt ons naar een berg genaamd Krn. Op 1002 meter en voorzien van een prachtig uitzicht staat Planina Kuhinja: Een knus huisje waar je wat kunt eten, drinken en wegdromen bij het fraaie uitzicht. We ontmoeten er een drietal mannen met verschillende nationaliteiten die oorspronkelijk individueel, maar later als drietal de Trans-Slovenië aan het fietsen zijn en hier bijkomen van de heftige klim die op een racefiets toch iets gemakkelijker te volbrengen is dan de zwaar bepakte mountainbikes. Na een mooi gesprek nemen we afscheid en klimmen het laatste gedeelte van de zeer steile klim tot aan het hoogste punt. Daarna beginnen we aan een heerlijke afdaling vol met snel te nemen bochten.

Een oase van rust

We passeren de voor Slovenië kenmerkende weidegebieden, kronkelende paadjes en bossen met achter ons vergezichten die een beetje aan de Dolomieten doen denken. We hebben als tip gekregen om de Javorca-kerk te bezichtigen. We komen er langs tijdens een steile klim en moeten er het laatste stukje heen wandelen. De kerk is een eerbetoon aan alle gevallen Oostenrijk-Hongaarse slachtoffers in de Tolmin-streek. Het is een oase van rust. We snappen waarom juist die plek is gekozen en waarom veel mensen hier komen om rust te vinden. We besluiten na een korte pauze verder naar beneden te suizen richting de Tolmin-kloven. Het laagste punt in het zuidelijkste puntje van het Triglav Nationaal Park. De hoeveelheid mensen van oosterse afkomst met een camera om de nek is een voorbode van een bezienswaardigheid. En ja hoor… een prachtige, hoge brug over het water heen.

Elke maand nieuwe fietspaden

Slovenië is uitdagend om op de racefiets te ontdekken. Elke maand komen er weer fietspaden bij in het land en steeds meer Slovenen ontdekken zelf het plezier van een fietstocht door de natuur. Zowel onverhard als verhard zijn er vele mogelijkheden om het land op de fietst te verkennen. Zelfs voor het populair worden bike-packen zijn er diverse routes inclusief campings uitgezet. Het gebied heeft mooie slingerende wegen en prachtige vergezichten. Het is aan te raden een wat dikker bandje op de fiets te monteren zodat je wat extra comfort en zekerheid hebt op de mindere stukken wegdek die je soms tegenkomt. Dat de vele bochten die we onderweg tegenkomen ook motorrijders aanspreken blijkt uit de vele bordjes bij hotels en pensions die melden dat bikers welkom zijn. Een teken dat het in de zomer wel eens druk met motoren zou kunnen zijn… opgepast dus.

Pad van de vrede

Na de lunch vertrekken we naar Kolovrat. We hebben een prachtig uitzicht en zien in de verte de Adriatische kust. We fietsen langs een openluchtmuseum met de Eerste Wereldoorlog als thema. Het is moeilijk voor te stellen dat hier tienduizenden mannen jarenlang ingegraven zaten en niets anders deden dan naar de bergrug schieten aan de overkant. Naar het schijnt is er vijf meter van de berg afgeschoten. Klemen vertelt ons dat in het gebied nu ongeveer 10 duizend mensen wonen en ten tijde van de oorlog er meer dan 450 duizend slachtoffers zijn gevallen.

We passeren voormalig Joegoslavische uitkijkposten (het uiterste puntje van het IJzeren Gordijn) en doorkruisen het Pad van de Vrede. Dit pad verbindt belangrijke plekken uit de Eerste Wereldoorlog, en de Julische Alpen met de Soča Vallei en de Soča Vallei met de Krasregio en de Adriatische Zee. Je kunt het pad ook per mountainbike volgen. Het pad is totaal 109 kilometer lang en kent grof gezegd vier klimmen van ongeveer tweehonderd meter naar ruim 1500 meter hoogte. Een mooie uitdaging en een confrontatie met de vreselijke periode die hier honderd jaar geleden plaatsvond. We bezoeken in Kobarid nog even het Kobariški Muzej (museum) dat compleet is gewijd aan de strijd in deze regio. Een aanrader, maar neem de tijd er even voor. We kwamen nu wat laat aan en de vriendelijke man van het museum wilde het ons nog even redelijk vluchtig tonen, maar het is meer dan de moeite waard. Het geeft je genoeg stof tot nadenken over de waanzin van sommige dingen. We eindigen deze dag moe en voldaan in Tolmin.

Onderdeel van de Giro Klemen

vertelt ons dat het zo mooi zou zijn als de start van de Giro eens zou plaatsvinden in Slovenië. Italië ligt tenslotte op een steenworp afstand. Wij vragen ons hardop af waarom dat niet mogelijk is, als Klemen lachend vertelt dat er nog wat oneffenheden moeten worden gladgestreken terwijl we over een dramatisch slecht stuk asfalt hobbelen. De dagen vliegen voorbij. We zien ontzettend veel van de streek. Ook de vierde dag staan we vroeg op. We ontbijten grondig, nemen lunchpakketten mee en gaan op weg naar Pokljuka. Deze hoogvlakte met een hoogte tussen de 1100 en de 1400 meter, gelegen ten westen van Bled en ten noorden van Bohinj in het noordwesten van Slovenië, staat bekend om de Wereldbeker biatlon.

We fietsen door de prachtige vallei heen en genieten van het uitzicht. We kijken door de vallei heen naar de fraaie bergkammen. De klimpartijen zijn vaak erg steil. We fietsen een niet al te lange route en maken er eigenlijk een heel relaxt dagje van. Het lijkt wel zomer deze eerste week van oktober. We eindigen de dag in Bled en drinken weer een heerlijk ongefilterd Union-biertje aan de rand van het meer van Bled met een kasteeltje in het midden. Na de rust van de afgelopen dagen is Bled de eerste echte toeristische plek die we zien.

Fietsknooppuntennetwerk net als bij ons

De laatste dag staan we ietsje later op. De relaxmodus begint aan te slaan. Vandaag staat fietsen rond Radovljica op het programma en eindigen we op de locatie waar deze week ook begon, Begunje na Gorenjskem. In Radovljica vind je een fietsknooppuntennetwerk zoals we die ook in Nederland kennen. Maar dan met een groot verschil. Hier hebben delen van de route blauwe, rode en zwarte stippen gekregen voor de hellingsgraad van de klimmen op de route. Het weer sputtert een beetje tegen. We zijn op het Planinca Plateau. Hoe hoger we komen, hoe mistiger het wordt. De eerste stop is de kapel van Jamnik met een prachtig uitzicht (bij helder weer). We fietsen het pad naar de kapel toe, beseffen dat het prachtig kan zijn bij helder weer en gaan weer terug en suizen vervolgens het dal in. De temperatuur is prima, maar de helderheid laat het deze laatste dag afweten.

Het is een mooie afsluiter van een week vol extremen, passend bij het streven van de Slovenen om een groot fietsland te gaan worden. Wij, die er geweest zijn en best wel al wat hebben gezien, waren en zijn onder de indruk. Het is een prachtig land vol met warme mensen en heerlijk eten. Wat het fietsen er zo mooi maakt, is het gevoel dat je krijgt alsof je aan het fietsen bent op plekjes waar nog weinig fietsers geweest zijn. De routes zijn uitdagend en mogen best pittig genoemd worden. Kaarten van fietsroutes zijn overal verkrijgbaar bij de toerisme-informatiecentra. Natuurlijk zijn de omringende landen ook prachtig, is het eten daar lekker en schijnt de zon er ook wel eens, maar die zijn al zó vanzelfsprekend om heen te gaan. In Slovenië waan je je een pionier. We hopen dat die fijne Sloveense rauwheid nog lang behouden blijft.


Dit artikel is afkomstig uit het Wielrenblad nummer 2, Deze kun je nabestellen in de webshop. Maar natuurlijk kun je het best abonnee worden, zodat je geen fietsverhalen meer hoeft te missen. Digitale uitgaven zijn ook altijd verkrijgbaar in onze Soul Kiosk App.

 van